Volkswagen en zuinig rijden: een verhaal dat zich al decennialang ontvouwt met slimme innovaties en technische vondsten. Van de bescheiden ecoGolf uit de jaren '80 tot de futuristische XL1 en de hedendaagse eHybrids: Volkswagen's zoektocht naar efficiënter rijden is een fascinerend verhaal vol verrassingen.
De eerste stapjes
In de jaren zestig begon Volkswagen voorzichtig te flirten met het idee van efficiënter brandstofverbruik. De iconische Kever was met zijn luchtgekoelde boxermotor natuurlijk geen zuinigheidswonder, maar Volkswagen kon het niet laten om hier en daar kleine optimalisaties door te voeren. De carburateurs werden door de jaren heen verfijnd, en de Tiefensteuer voorspoiler – in 1953 ontwikkeld door KAMEI – maakte de Kever ietsje zuiniger. Het werd daarmee nog geen groene held, maar het was het begin van een strategie waarin ‘meer voor minder’ een grotere rol zou gaan spelen.
Golf I: een frisse wind
Toen de Golf I meer dan vijftig jaar geleden het asfalt op rolde, zette Volkswagen echt de toon. Deze compacte voorwielaandrijver werd al snel geroemd om zijn wendbaarheid en praktische ontwerp. En jawel, de Golf I mocht zich met een watergekoelde motor en een aerodynamisch jasje van de Italiaanse designer Giorgetto Giugiaro ineens een zuinigheidskampioen noemen – vergeleken met de Kever dan, tenminste. Datzelfde gold voor de modellen die vanaf het begin van de jaren zeventig van de band liepen als de Passat (1973), Scirocco (1974) en de jarige Polo (1975).
Auto 2000: blauwdruk voor de toekomst
Volkswagen presenteerde in 1981 de Auto 2000, een niet zo mooie verkenningsmissie naar een brandstofbesparende toekomst. Dit prototype, dat onder leiding van voorzitter van de raad van bestuur Carl Hahn was ontwikkeld met steun van de Duitse overheid, had motoropties zoals een 1,2-liter turbodiesel en een 1,05-liter benzinemotor met turbocompressor. Met een luchtweerstandscoëfficiënt van zo’n 0,25 en een rudimentaire versie van een start-stopsysteem zette de Auto 2000 de toon voor later. Je zou bijna zeggen dat Volkswagen toen al zijn blauwdruk voor de toekomst had klaarliggen.
‘Formel E’: doelgericht besparen
In de jaren ’80 introduceerde Volkswagen de ‘Formel E’-modellen – auto’s die hun ‘E’ voor Economy met trots droegen. Onder andere de Polo, Derby, Golf en Jetta kregen speciale uitvoeringen met een verhoogde compressie, langere versnellingen en een verbruiksmeter die je er vriendelijk aan herinnerde wanneer het tijd was om te schakelen. En alsof dat nog niet opvallend genoeg was, kregen sommige versnellingsbakken een oranje ‘E’ op de pook – zodat je niet vergat dat deze auto speciaal was. De grotere Passat en Santana kregen de luxe van een ‘4+E’-versnellingsbak en zelfs een start-stopsysteem, handig voor de stadsjungle. Volgens het vakblad auto motor und sport was het verbruik bij deze ‘Formel E’-modellen tot wel twee liter lager dan hun niet-zo-zuinige tegenhangers.
De ecoGolf
De ecoGolf, gelanceerd in de Golf II en later de Golf III, bouwde verder op de ‘Formel E’-techniek. De ecoGolf kreeg aanpassingen in de motor en aerodynamica en een verbruiksindicator die bestuurders hielp om zuiniger te rijden. Niet wereldschokkend, maar wel effectief: Volkswagen bleef trouw aan het idee dat zuinig rijden voor iedereen toegankelijk moest zijn. De ecoGolf kreeg bijvoorbeeld een langere eindoverbrenging in de versnellingsbak om het toerental bij hogere snelheden te verlagen, wat het brandstofverbruik positief beïnvloedde. Daarnaast werden specifieke motoronderdelen aangepast, zoals de zuigergeometrie en de ontstekingstiming, om het verbrandingsproces te optimaliseren. Om het verbruik nog verder terug te dringen, keken de ingenieurs in Wolfsburg ook kritisch naar het gewicht van de auto. De ecoGolf had een afgeslankte carrosserie met enkele lichtere onderdelen, waardoor de belasting op de motor afnam en het verbruik gunstiger werd. De aerodynamica kreeg een kleine make-over, met een verlaagde rijhoogte en aangepaste bumpers, zodat de luchtweerstand minimaal bleef. In totaal bespaarde de ecoGolf enkele procenten op brandstofverbruik ten opzichte van de standaardmodellen – niet baanbrekend, maar wel een belangrijke stap. Ondanks de bescheiden technische innovaties van de ecoGolf was het model een vroege belofte van een zuinigere toekomst. Het toonde aan dat met relatief simpele aanpassingen een merkbare besparing mogelijk was. Je zou kunnen zeggen dat de ecoGolf het ‘groene zaadje’ was dat later, in een tijdperk waarin duurzaamheid cruciaal werd, in volle bloei zou staan met latere modellen zoals de Lupo 3L en eHybrids.
Lupo 3L TDI: de drie-liter droom
Volkswagen legt de lat voor zuinig rijden in 1999 nog hoger met de introductie van de Lupo 3L TDI. Deze kleine, lichte stadsauto was onder leiding van Porsche-kleinzoon Ferdinand Piëch ontworpen om slechts 3 liter diesel per 100 kilometer te verbruiken – een serieuze mijlpaal in een tijd waarin de industrie nog niet massaal op zoek was naar ultra-zuinige stadswagens.
De Lupo 3L was speciaal uitgerust met een kleine turbodieselmotor, maar wat het model echt speciaal maakte waren de lichtgewicht materialen zoals aluminium en magnesium (zelfs het stuur!) en die slim ontworpen aerodynamische vorm. De Lupo 3L werd uitgerust met destijds baanbrekende technologieën, waaronder een start-stopsysteem en een geavanceerde automatische versnellingsbak die speciaal ontworpen was om het brandstofverbruik tot een minimum te beperken. Dit was een stadsauto met een missie: laten zien hoe ver je kunt komen op een enkele tank.
XL1: futuristisch wonder op wielen
Volkswagen ging in 2014 nóg een stap verder met de introductie van de XL1. Dit was geen doorsnee model, maar een futuristisch ogende plug-in hybride die als doel had om de ultieme efficiëntieauto te zijn. Het verbruik? Slechts 1 liter per 100 kilometer! Om dat te bereiken, maakte Volkswagen gebruik van een combinatie van ultralichte materialen zoals koolstofvezel en een hybride aandrijflijn, waarbij de auto puur elektrisch kon rijden voor korte afstanden.
De XL1 zag eruit alsof hij rechtstreeks uit de toekomst kwam en was aerodynamisch geoptimaliseerd tot op het laatste detail – zelfs de zijspiegels waren vervangen door camera’s om de luchtweerstand te verlagen. De XL1 was nooit bedoeld voor massaproductie, maar hij liet zien wat Volkswagen allemaal in huis had. De superzuinige sigaar op wielen was de belichaming van een conceptcar die het uiterste uit efficiency haalde, met een boodschap: zuinig rijden hoeft niet saai te zijn.
Vandaag: uitstootvrij rijden wanneer het je uitkomt
Volkswagen heeft de lessen uit het verleden vertaald naar de eHybrid-serie. Deze modellen combineren het beste van beide werelden met een elektrische en een benzinemotor. Voor korte ritten zijn ze volledig elektrisch, en op langere afstanden neemt de benzinemotor het over. Het slimme aan deze moderne eHybrids is dat ze hun batterij optimaal gebruiken, zonder dat de bestuurder zich daar druk om hoeft te maken.
Volkswagen biedt hiermee niet alleen zuinig rijden, maar ook het comfort en de luxe die moderne automobilisten verwachten. De eHybrid is, simpel gezegd, het antwoord voor wie groen wil rijden zonder volledig afhankelijk te zijn van laadstations. De zoektocht van Volkswagen naar brandstofefficiëntie loopt als een rode draad door de geschiedenis van het merk. Van kleine tweaks aan de Kever tot de high-tech eHybrids van nu, Volkswagens toewijding aan innovatie in brandstofbesparing toont aan dat efficiëntie en rijplezier hand in hand kunnen gaan.
Voorraad Volkswagen
De informatie in dit nieuwsbericht was actueel op de datum van publicatie. Wijzigingen in modellen, uitvoeringen, prijzen, technische specificaties, afbeeldingen, of andere informatie zijn te allen tijde voorbehouden. Genoemde prijzen betreffen consumentenadviesprijzen. Het staat De Waal Autogroep vrij eigen verkoopprijzen en kortingen te hanteren. Aan de inhoud van dit nieuwsbericht kunnen geen rechten worden ontleend.