VW Polo ll hero mobiel

28 maart 2025

50 jaar Polo: hoe de Polo de Trabant in leven hield

Al vijftig jaar bewijst de Volkswagen Polo dat compact en karaktervol prima samengaan. Van je eerste auto tot liefhebbersobject, van zuinig stadsmaatje tot onverwacht sportief – de Polo heeft vele kanten. Je ziet hem in elke straat, op elke oprit en in iedere parkeergarage. In deze serie zetten we de jarige Polo in de spotlights — een model dat zelfs de Trabant aan zijn laatste hartslag hielp.

De Trabant — dat is toch die Oost-Duitse rookmachine waar je jaren op moest wachten, om vervolgens iets te krijgen dat technisch al stokoud was voordat je de sleutel omdraaide? Klopt. Maar wat veel mensen vergeten: vlak voor zijn afscheid kreeg de Trabant een harttransplantatie van Volkswagen. Weg stinkende tweetakt, welkom moderne Polo-techniek.

In de jaren vijftig wilde de DDR zijn eigen ‘Volkswagen’ bouwen: een eenvoudige, betaalbare auto voor de arbeider. Maar waar Volkswagen de Kever al in productie had, moest de DDR helemaal vanaf het begin beginnen. Staal was schaars, dus de ingenieurs van VEB Sachsenring bedachten iets slims: Duroplast, een kunststof van katoenvezels en fenolhars. Licht, goedkoop en taai genoeg om decennialang te overleven. In november 1957 rolde de allereerste Trabant in Zwickau van de band. Onder de motorkap lag een luchtgekoelde tweetaktmotor die bij elke start een mistbank achterliet. Toch groeide de Trabant uit tot icoon, niet omdat hij zo goed was, maar omdat er simpelweg niets anders te krijgen was.

Trabant-productie in Zwickau

Enige alternatieven waren een Wartburg, Moskvich of — met wat geluk — een Lada. Maar net als voor elke dienst of product in de DDR stond je daar jarenlang voor op een wachtlijst. De Amerikaanse president Ronald Reagan vatte die absurde wachttijden ooit samen in een grap over een man die in het Oostblok een auto bestelt. De verkoper zegt: ‘Over tien jaar kunt u hem ophalen.’ Waarop de koper vraagt: ‘’s Ochtends of ’s middags?’ De verkoper vraagt wat dat ertoe doet. Zegt de man: ‘Omdat de loodgieter ’s ochtends komt.’

Echte keuze

Volkswagen was geen onbekende in de Socialistische Heilstaat. Tussen 1977 en 1979 leverde het merk via een speciale deal sobere Golf I-modellen aan de DDR, bedoeld voor functionarissen en staatsbedrijven. Voor de gewone burger bleef Volkswagen jarenlang een onbereikbaar statussymbool. In 1989 viel de Muur en leek het lot van Trabant bezegeld. Oost-Duitsers sloegen hun spaargeld liever stuk op een gebruikte Golf II of Polo met westerse degelijkheid. Decennialang had de walmende Trabant het straatbeeld bepaald, maar ineens lag de keuze open — en de Trabant stond onderaan het verlanglijstje.

Volkswagen greep dat moment aan. Niet uit liefdadigheid, maar omdat het merk de kansen in Oost-Duitsland haarscherp zag. De voormalige DDR veranderde plots in een gigantische afzetmarkt met miljoenen nieuwe klanten die snakten naar Volkswagen-kwaliteit. Vokswagen koos ervoor om de bestaande Trabant-fabriek over te nemen en te moderniseren. Zo kon het merk razendsnel zijn productielijnen uitbreiden én een strategische uitvalsbasis in het oosten opzetten.

Met de groeten uit Wolfsburg

De productie van de Trabant liep door als tijdelijke oplossing. Volkswagen leverde de techniek, VEB Sachsenring hield de fabriek draaiende. Zo kon Zwickau langzaam omschakelen van socialistisch Duroplast naar Wolfsburgkwaliteit. De oorspronkelijke 594 cc tweetaktmotor, goed voor 26 trappelende pk’s, maakte plaats voor een 1.043 cc viercilinder uit de Volkswagen Polo 86C. Die had vanaf 1981 al bewezen hoe solide, zuinig en betrouwbaar hij was. Met 45 pk betekende die Polo-motor een revolutie voor de Trabant. Voor het eerst kwam hij zonder te walmen fatsoenlijk mee op de Autobahn. Ook de populaire grap ‘Een Trabant lekt geen olie, hij markeert gewoon zijn territorium’ was ineens niet meer van toepassing. Naast de motor kwamen ook de versnellingsbak, ophanging en remmen uit de Polo.

Polo 86-reeks

Ruim baan voor de Polo

Terwijl de Trabant 1.1 nog van de band liep, bouwde Volkswagen de fabriek stap voor stap om tot volwaardige productielocatie. De Polo 86C — dezelfde generatie die zijn techniek aan de Trabant had geleverd — werd in 1990 de eerste Volkswagen die in Zwickau van de band liep. Daarna volgde de Polo 6N, de derde generatie Polo, die vanaf 1994 uit de Oost-Duitse hallen kwam. Dat model groeide uit tot een van Volkswagens succesvolste compacte auto’s en legde de basis voor de moderne reputatie van de fabriek als Volkswagen-bolwerk. Hoe degelijk de Polo-techniek ook was, de Trabant 1.1 trok er geen volle zalen mee.

Oost-Duitsers wilden zo snel mogelijk van hun rijdend erfgoed af; West-Duitsers zagen er al helemaal niets in. In net geen jaar tijd bouwde Zwickau slechts 39.474 exemplaren. De allerlaatste Trabant reed op 30 april 1991 de fabriek uit, uitgevoerd in felroze — een kleur waar oud-DDR staatshoofd Erich Honecker zich bij leven ongetwijfeld tegen had verzet. Vanaf dat moment had de Volkswagen Polo het fabrieksterrein voor zichzelf.

Rijdend symbool

De Trabant 1.1 speelde in 1995 onverwacht nog een laatste rol. Via Sachsenring Automobiltechnik GmbH keerden 444 Universal-exemplaren terug naar Duitsland, ooit bestemd voor Turkije maar door een faillissement jarenlang blijven steken op een haventerrein. Door jarenlange blootstelling aan de elementen moesten oud-werknemers van VEB Sachsenring de auto’s compleet reviseren. Enkele exemplaren verdwenen meteen naar de shredder, anderen eindigden als donorauto. De Volkswagen-techniek liet zich van zijn beste kant zien. Met een nieuwe accu sloegen de Polo-motoren probleemloos aan, zelfs na jaren stilstand. Als ‘Last Edition’ vonden de auto’s hun weg naar verzamelaars of een enkele Oost-Duitser die toch nog een zwak had voor het icoon van de oude Heimat. Zo groeide de Trabant 1.1 toch nog uit tot rijdend symbool van de hereniging — met dank aan Volkswagen.

Elektrische revolutie

Volkswagen redde de fabriek in Zwickau niet alleen, maar gaf haar ook een compleet nieuw leven. Sinds de herinrichting in 1990 heeft Zwickau al meer dan 6 miljoen auto’s gebouwd, van Polo tot Golf, Golf Variant en Passat. De fabriek beslaat ruim 1,8 miljoen vierkante meter — omgerekend zo’n 252 voetbalvelden. Zwickau vormt het kloppende hart van de elektrische revolutie van de Volkswagen Group. In 2020 liep hier de eerste volledig elektrische ID.3 van de band. Inmiddels produceert Zwickau ook de ID.4, ID.5 en ID.7, plus de Audi Q4 e-tron en CUPRA Born — allemaal op dezelfde lijn. Zo werd de bakermat van de Trabant dé plek waar de Volkswagen Group aan zijn elektrische toekomst bouwt — en dat allemaal dankzij die eerste, onverwachte samensmelting van socialistisch Duroplast, Wolfsburgs staal en beproefde Polo-techniek.

Ervaar de iconische Polo

De informatie in dit nieuwsbericht was actueel op de datum van publicatie. Wijzigingen in modellen, uitvoeringen, prijzen, technische specificaties, afbeeldingen, of andere informatie zijn te allen tijde voorbehouden. Eventueel genoemde prijzen betreffen consumentenadviesprijzen. Het staat dealers en servicepartners vrij eigen verkoopprijzen en kortingen te hanteren. Aan de inhoud van dit nieuwsbericht kunnen geen rechten worden ontleend.