Met de bijna tropische temperaturen van deze week zetten we op weg naar de vakantiebestemming natuurlijk lekker de airconditioning aan. Dat was in de jaren tachtig wel anders toen zo’n verkoelend systeem bepaald nog geen gemeengoed was. Destijds ging je gewoon in de vroege ochtenduren op reis om te voorkomen dat je door de hitte uit de auto zweette. Of reed je met geopende ramen over de snelweg om de warmte ietwat uit de auto te verjagen. Ondanks de slimme technologie achter de aircosystemen van nu wordt hun capaciteit veelal nog niet optimaal benut. Vaak zijn het vooral de gebruikers die er voor zorgen dat de airconditioning onvoldoende werkt. Hieronder staan vijf van de meest voorkomende fouten en enkele tips om de auto koel te houden:
Vooraf goed ventileren
1) De airco aanzetten zodra je in de auto stapt: in de zomer kan het interieur van een auto die in de zon staat geparkeerd zestig graden Celsius bereiken. Die temperatuur is met een goede airco in ongeveer een half uur tijd terug te brengen naar 25 graden… als je tenminste een paar eenvoudige richtlijnen volgt. Een van de meest voorkomende fouten is de airconditioning gelijk vol in te schakelen. Beter is het om de portieren en de ramen eerst een minuut te openen voordat je de airconditioning aanzet. Met deze eenvoudige handeling is de temperatuur in het interieur al significant te verlagen. Zodra de auto is geventileerd, kun je instappen, de portieren en ramen sluiten en de airconditioning inschakelen.
Airco in de ‘Auto’ stand
2) De luchtrecirculatie geactiveerd houden: een klassieke fout die veel mensen maken, is de ‘luchtrecirculatie’ in te schakelen. Beter is het om de airconditioning te gebruiken in de ‘Auto’ stand, zodat het systeem de luchtstroom gelijkmatiger en efficiënter kan verdelen.
Ook als het buiten koel is
3) De airconditioning niet inschakelen als het ’s ochtends kil is: in Nederland kunnen sommige zomermorgens best koel zijn. Dan is het toch een goed idee om de airconditioning van de auto aan te zetten, zelfs als je de temperatuur op ‘High’ zet, om te voorkomen dat de ramen beslaan als de buitentemperatuur enigszins begint te stijgen.
Correct gerichte luchtstroom
4) De uitstroomopeningen staan verkeerd gericht: “Zet de airco wat hoger; ik voel niks.” Dat wordt in de zomer vaak door de inzittenden gevraagd. Meestal is het geen kwestie van een te hoog ingestelde temperatuur, maar de richting waarin de koude lucht door de auto stroomt. Om een gelijkmatige verdeling van de luchtstroom te krijgen, moeten de uitstroomopeningen naar boven wijzen en dus niet naar de gezichten van de inzittenden. Met deze eenvoudige handeling stroomt de lucht rond door het interieur van de auto en bereikt de koelte elke passagier.
Tijdig airco-onderhoud
5) Een goed onderhouden airco werkt beter: net als bij de olie, banden of remvloeistof heeft het aircosysteem in auto’s ook specifiek onderhoud nodig. SEAT beveelt aan om de filters om de 15.000 tot 20.000 kilometer te vervangen om een verminderde werking te voorkomen. Tijdens de SEAT Vakantiecheck kost airco-onderhoud slechts € 109.
Hitte vergelijkbaar met rijden onder invloed
De effecten van hitte tijdens het rijden in de zomer moeten zeker niet onderschat worden. Een bestuurder reageert 20 procent trager bij een binnentemperatuur van 35° C ten opzichte van een temperatuur die tien graden lager ligt. Het effect is vergelijkbaar met het rijden met een alcoholpromillage van ongeveer 0,5%. Om deze reden is het belangrijk om het passagierscompartiment koel en goed geventileerd te houden.